HISTORY: De gebroeders Huybs…
|Wie kent ze niet meer? De gebroeders Huybs. Waarschijnlijk is je eerste gedachte bij deze broers de waanzinnig mooie Mitsubishi Lancer in de divisie 1 (nu Supercars). Marc Timmermans sprak namens RX-inside met de broertjes.
Waarom eigenlijk rallycross?
Jan: Onze vader ging in onze kindertijd mee naar de wedstrijden met Luc Noyen, en wij mochten natuurlijk ook mee.
Hoe hebben jullie de eerste stappen gezet in rallycross?
Jan: Zoals de meeste piloten in België denk ik, tijdens een open-deurdag. Onze ouders waren toen al Mitsubishi dealer, dus er was altijd wel een auto voorhanden. Het probleem was echter dat je 18 jaar moest zijn om deel te nemen aan open-deurwedstrijden en ik was nog maar 17… Een kameraad van mij was wel 18 jaar, hij schreef zich in en ik reed onder zijn naam. Ik behaalde meteen een A-finale en mocht starten vanop de eerste rij. Geweldig natuurlijk, tot iemand bij de wedstrijdleiding ging vertellen hoe de vork in de steel zat. Jan Huybs: Excluded!
Bart: Bij mij was het ongeveer hetzelfde verhaal… Een kameraad die wel 18 was schreef zich in, hij reed twee reeksen, ik eentje en ik behaalde meteen een eerste tijd. Ook rechtstreeks naar de A-finale.
En dan volgde het echte werk?
Jan: Ik heb even Nationaal gereden met een Lancer Turbo, maar dat was niet echt een succes. Op een bepaald moment bracht Mitsubishi een Colt GTI uit. Een klant kocht er zo eentje bij ons, en niet veel later had hij er een ongeval mee. Ik kocht het wrak en de opbouw kon beginnen. We lieten bijna alles origineel, de auto had 140Pk en die wilden we allemaal gebruiken. We investeerden dus in een versnellingsbak met goede verhoudingen en goede vering. Toen ik de auto aan de start bracht hadden de meeste mensen nog nooit zo’n model gezien. De auto presteerde heel goed, zo goed zelfs dat sommige van onze collega piloten lastig werden als we vertelden dat de motor echt wel origineel was.
Bart: Ik begon in de VAS met de Lancer waar Jan mee gereden had, maar dan met een atmosferische tweeliter motor. In 1994 werd ik met die auto kampioen. In Maasmechelen won ik alle wedstrijden, in Arendonk was het moeilijker, het circuit was te kort voor de auto.
In 1995-1996 kocht ik een Suzuki Swift van een rallypiloot. Een heel goede auto, heel snel, maar er was maar één probleem: in de -1400 klasse was een sper verboden en in de bochten verloor de Swift teveel op de anderen.
Dan ben ik verder gegaan met de Colt van mijn broer. Ook met die auto was er een probleempje, deze keer eentje van administratieve aard. In Nederland moest een auto over een homologatie beschikken, en die had de Colt niet, dus schreven we in Nederland de auto in als Proton en alles was in orde. In België schreven we gewoon in als Mitsubishi Colt.
Jan: Eind jaren ’90 werd een nieuwe klasse geïntroduceerd, de EURO2000. Op die klasse zaten we te wachten, veel technische vrijheden, maar toch een duidelijk reglement. Ik koos voor een Mitsubishi Lancer met voorwielaandrijving. De klasse werd zoals verwacht erg succesvol en er werden veel spannende wedstrijden gereden met onder andere Van Mechelen, Coox, Scheveneels, Vandenbergh…
Na de eerste Lancer kwam er nog een tweede Lancer. De eerste Lancer werd overgenomen door Ivo, en we bouwden samen met Ivo zijn Lancer om naar het (toen) nieuwe model. Enkel het dak was nog van het oude model (model EVO III) de rest waren aangepaste stukken van een EVO V model. Het was enkel zichtbaar als je de twee wagens samen zag, en dan nog… Die auto werd later nog omgebouwd naar Touringcar door Ivo!
Toen het doek viel over de EURO2000 klasse werden we samengezet met de Divisie 3 wagens. Opnieuw veel spannende wedstrijden, maar nu stond ik samen met mijn broer Bart én mijn teamgenoot Ivo Van Den Brandt aan de start. Dat was soms wat teveel van het goede… Zo was er een start in Maasmechelen waar Bart de achterkant van zijn Colt in mijn Lancer parkeerde..
Bart: Kon ik niets aan doen he, ik kreeg eerst een goede tik van een concurrent he!
Jan: We hebben met ons team ooit een halve A-finale bezet, Ivo, Bart en ik samen in de A-finale!
Bart: In Nederland moest ik met de Colt (de Proton dus) het vaak opnemen tegen de Divisie I wagens. In de start leek ik telkens stil te staan, maar ik eindigde nooit laatste!
En toen kwam het Divisie I verhaal?
Jan: Inderdaad, zoals elke piloot wilden wij natuurlijk ook met een Divisie I auto rijden. We stelden dus onze auto’s te koop. De verkoop van de Colt en Lancer ging vrij vlot.
Bart: Tom Meeuwsen kocht de Colt en Marc Williams (GB) kocht de Lancer. Later kocht Tom Meeuwsen de Lancer van Williams en ja hoor, dat is nog altijd de auto waar hij nu mee aan de start komt!
Jan: Einde 2001 stond hij dan in onze zaak, een fonkelnieuwe Mitsubishi Lancer EVO VII.
Daar hebben we dan eerst 1000 kilometer mee op de weg gereden, en dan hebben we de auto tot de laatste schroef uit elkaar gehaald. De onderdelen die we niet nodig hadden werden verkocht, en de opbouw kon beginnen.
Budget was daarbij de beperkende factor. We besloten om stelselmatig te werk te gaan. Het eerste jaar reden we met de originele turbo wat het vermogen beperkte tot een 350PK. Het koppel daarentegen was wel dik in orde, en beschikbaar vanaf lage toeren. Vooral in de regen was de auto daarom erg snel.
Bart: Ik kreeg de eer om de eerste wedstrijd te rijden, in Maasmechelen. Op zaterdag mocht ik twee rondjes oefenen. Aan de spinnekop stond ik al rond… Maar wat was die auto snel! De wedstrijd de dag erna werd onder moeilijke omstandigheden gereden, regen, modder… Voor ons natuurlijk een meevaller met ons beperkte vermogen.
Ik behaalde de A-finale maar ging rond door een lekke band, maar de toon was gezet!
In 2003 kenden we eigenlijk enkel problemen met de koeling en het centerdiff.
Jan: Tijdens de winter werd gewerkt aan de auto om in 2004 meer vermogen te hebben. Dat lukte, we haalden 505PK en 685Nm koppel. Door de grotere turbo was het rijden wel een heel andere ervaring, onderin niemand thuis, de motor moest toeren draaien om zijn vermogen te leveren. Ook de koeling werd aangepast. Tijdens de eerste wedstrijd van het jaar kwam Isachsen testen met het oog op zijn EK campagne, hij was de enige die de Lancer voor kon blijven, Bart werd tweede!
Twee piloten, één auto, we moesten dus keuzes maken. De ene reed het BK, de ander het NK. Er waren toen wedstrijden die voor beide kampioenschappen telden, dat werd dus moeilijker. Nochtans hebben wij daar nooit, maar dan ook nooit problemen over gemaakt over wie zou rijden!
Bart: Dan waren er de EK uitstappen.
Ik heb een paar keer Buxtehude gereden, prachtig! Ik behaalde er zelfs een B-finale tussen al dat Europese geweld!
Jan: Ik behaalde ook een B-finale in Buxtehude. Verder reed ik ook een EK wedstrijd in Portugal en Zweden, fantastische ervaringen!
Over die circuits, zijn er favoriete circuits? Of minder fijne circuits?
Bart: Voor mij zeker en vast Buxtehude, en ook Valkenswaard is heel mooi om te rijden. Het circuit in Arendonk zegt me niks, het lag mij ook niet.
Jan: Ook Buxtehude, en Lousada in Portugal is ook heel mooi om te rijden. Het minst vond ik Mayenne in Frankrijk.
Rallycross in 1 woord:
Bart: Spektakel!
Jan: Adrenaline!
Wat met de veranderingen van de laatste jaren?
Jan: Het RallycrossRX systeem is beter, de piloten kunnen meer rijden, dus ook beter voor het publiek.
Bart: Ik zou terug naar drie reeksen gaan, en dan kwart-finales…
De jokerronde vind ik knap! Ik heb nooit gereden op een circuit met joker ronde, maar het draagt iets bij aan de spanning.
Beste moment? Slechtste moment?
Jan: Zoveel plezier gemaakt, en veel vrienden gemaakt ook. De beste momenten zijn natuurlijk met de EVO VII, iedereen wil harder gaan he.
Minpunten… Er worden soms gekke beslissingen genomen. We reden ooit in de vierde ronde van de finale, een auto staat al stil van de eerste ronde. Plots rode vlag, dus wij denken einde wedstrijd, maar nee hoor, herstart. Wij(de drie eersten) zijn niet akkoord en starten niet opnieuw. Uiteindelijk wint de piloot die eerder stilstond…
Bart: De beste momenten waren inderdaad met de EVO VII.
Minste moment: aan de leiding rijden in Maasmechelen, olielamp gaat aan dus auto aan de kant. Blijkt het om een slecht contact te gaan… Stom, maar doorrijden zou natuurlijk te gevaarlijk zijn. Die olielamp staat daar niet voor niets he.
Jan: In 2007 besloten we de Lancer te verkopen. David Binks (GB) kocht de auto. Hij is nu ergens in Ierland terechtgekomen denk ik.
Dan de hamvraag… Zien we de broertjes nog terug rallycross rijden?
Bart: No! Den Bart is te oud, ik zou dat niet meer kunnen. Den Bart gaat kijken met de vrienden, ook plezant. Wij hebben met weinig geld Divisie I gereden, dat zou nu echt niet meer kunnen.
Jan: Dan moet de Loterij eerst gewonnen worden!
Als ik naast het circuit sta zijn de kriebels er nog altijd. Maar het is te duur en er kruipt teveel tijd in, en dat heb ik er niet meer voor over.
Toevallig zit bij het gesprek ook nog een nieuwe generatie Huybsen.
Michiel, de zoon van Jan: Ik ben niet zo’n goede chauffeur, ik speel wel voetbal.
Bart: Onze Jules moet ook maar gaan voetballen!
Tekst met dank aan Marc Timmermans!
Foto’s: Huybs archief, Jan Kåre Rafoss en Dave Smeets